Zeiltrip naar Londen. meivakantie 2012

 

28 april 2012. 08.00 uur.

Op weg naar Makkum. Nog twee uurtjes rijden, dan zitten we op de Gannet, de zeilboot van Paul en Nanda. Het plan is om de komende week met z’n zessen naar Londen heen en weer te zeilen; met Paul en Nanda en met nog een ander stel vrienden van hen.

Na een jaar eindelijk weer zeilen. Het afgelopen jaar gebeurden er allerlei dingen waardoor het er niet van kwam. Eerst raakte vorig jaar mijn vader in het ziekenhuis en vervolgens in het verpleegtehuis na een herseninfarct. Net nadat hij twee maanden later weer thuis kwam, werd de blijdschap dat hij zo snel weer herstelde, overschaduwd door het faillissement van het bedrijf waarvoor ik werkte. Al heel snel vond ik een nieuwe werkgever, maar dat betekende wel dat ik niet veel vakantiedagen te besteden had in de rest van dat jaar. In plaats van zeilen kozen we daarom voor een weekje fietsen in Griekenland. Na drie dagen echter, viel ik van de fiets. Onder meer een heel regiment botbreuken waren het gevolg. Na ruim drie weken in Griekse ziekenhuizen was ik weer thuis en acht maanden van herstel volgden daarop. Sinds een maand ben ik nu weer helemaal aan het werk. En nu heb ik al weer een week vakantie.

Best spannend of het zeilen weer lukt. Mijn toen verbrijzelde rugwervel kan weer volledig worden belast, maar zitten op houten bankjes is waarschijnlijk nog moeilijk vol te houden. Gelukkig zijn er genoeg zeilers aan boord en kan ik wanneer het maar nodig is gaan liggen, wanneer dat moet. Ik verheug me vooral zo ontzettend op deze trip. Heerlijk om weer te zeilen, of we Londen nu halen of niet.

De weersverwachting ziet er niet gunstig uit. Het kwik zal in Den Helder vandaag niet boven de 10 graden uit gaan komen. Op de Noordzee wordt windkracht 7 verwacht. Het goede nieuws is de te verwachten windrichting die we, komende uit het Noordoosten, in de rug zullen hebben. Hoe verder we naar het Noorden zijn gereden, hoe harder de regen op het autodak klettert.

We komen tegelijkertijd met het andere stel dat meevaart, Eddy en Conny, het terrein op rijden waar de Gannet in Makkum ligt. We stellen ons aan elkaar voor en laden onze spullen aan boord. Als de koffie op is en de regen is gestopt, vertrekken we. We motoren richting IJsselmeer en daar aangekomen rollen we de fok uit. Met deze windkracht komen we alleen op de fok ruim zes knopen per uur vooruit. We varen in zuidelijke richting naar Enkhuizen. Mijn rug waarschuwt dat ik moet gaan liggen en zo’n beetje de hele midddag dut ik in de kajuit op de bank. In eerste instantie lukt het mijn lichaam maar niet om warm te worden. Ook twee slaapzakken en een dekbed over me heen warmen me niet op. Dan maakt Nanda een kruik warm. Die stop ik achter mijn zeilbroek en druk ‘m tegen m’n borst. Dan warm ik eindelijk op en val prompt in slaap. Aan de geluiden te horen gaan we bij Enkhuizen door de sluis. Net voordat we het ‘Paard van Marken’ ronden ben ik weer boven Jan. Als we Amsterdam doorvaren zijn we allemaal in de kuip en wijzen we elkaar op de gebouwen die we passeren; de oude vertrouwde én de nieuwe. Om te voorkomen dat ik afkoel ga ik in de kajuit de krant lezen, tot we net voorbij Amsterdam in een haventje liggen. Ondertussen heeft Nanda heerlijk gekookt. ’s Avonds maken we nader kennis met elkaar. De verhalen worden verteld over hoe we elkaar hebben leren kennen en hoe onze levens globaal verlopen zijn. Ricco en Paul doen de reisvoorbereiding voor de volgende dag. Rond tienen duiken we dan allemaal de kooi in.

29 april 2012.

Om 08.00 uur de volgende ochtend word ik wakker en we krijgen van Paul meteen de mededeling dat we rustig aan kunnen doen met het opstaan. Op zee wordt windkracht 8 verwacht en hij heeft besloten de oversteek uit te stellen tot nadat de storm overgewaaid is. Zo doen we het. Rustig aankleden en ontbijten. Daarna besluiten we om, als we toch niet kunnen vertrekken, Amsterdam dan maar in te gaan. We varen naar de Sixhaven, vlak bij het centrum. Dan is het inmiddels tijd om te lunchen. Als we daarna de weersberichten van 13.00 uur luisteren, blijkt de wind te zijn gaan liggen. Snel ruimen we de boel aan kant en gaan dan toch weer op weg richting Noorzee. Om half twee verlaten we de Sixhaven in Amsterdam.

De drie dames aan boord sturen de Gannet het Noordzeekanaal door richting IJmuiden. Als we tegen vieren bij de sluis aankomen, zijn ook de heren weer boven zeil. Met de instructies van Paul vaar ik de kleine sluis in en na het schutten er weer uit. “Ik vaar zo meteen voor het eerst op eigen kracht de Noordzee op” zegt Conny. “Dan moet je achter het roer gaan staan Conny!” zeg ik “Dan kun je met recht zeggen dat je op eigen kracht de Noordzee bent opgevaren”. Zo gezegd zo gedaan.

Om half vijf zijn we op het wijde water. Hoewel de wind is gaan liggen, is het water nog woelig, door de storm die er net overheen is gegaan. Ik voel me een beetje misselijk en ga een uurtje plat. Liggen is ook bevorderlijk voor mijn rug, waar ik ondertussen veel last van heb. Als ik een uurtje later weer in de kuip kom, verstoor ik het gesprek over auto’s dat de heren onmiddellijk staken.

We spreken af de wachtjes vannacht twee aan twee te lopen. Ricco en ik nemen de wacht van 00.00 uur – 04.00 uur. Paul duikt de kombuis in en maakt nasi. “Heb je trek?” vraagt Paul als hij klaar is “Ja” zeg ik “Ik lust best wel wat”. Al na een hap of drie denk ik daar ineens heel anders over. Ik doe nog een ultieme poging tot een vierde hap, maar dan geef ik mijn bordje aan Ricco, stuiter de trap af en slik met een half glas water twee reistabletjes naar binnen. Zwemvest uit, zeiljack uit, zeilbroek uit, vest uit en dan duik ik zo snel mogelijk onder het dekbed. Plat op mijn rug stoppen de oprispingen en komt mijn maag snel tot kalmte. Dan draai ik me om en val snel in slaap op het gedreun van de motor, die het werk moet doen bij gebrek aan wind.

Om 20.00 uur word ik een moment wakker als Ricco naast me kruipt, val onmiddellijk weer in slaap om in één ruk door te pitten tot Paul ons tegen middernacht roept voor onze wacht.

30 april 2012.

Dan is er net weer voldoende wind en de motor kan uit. De vier uren wacht met Ricco samen in de heldere nacht vliegen om. Het is heel rustig op het water. Alleen in de verte zien we soms een boot voor anker liggen. En het is koud. Héél koud. Ik ben blij met elk van de vele lagen kleding die ik over elkaar heen heb aangetrokken. Als ons wachtje over is en Paul en Eddy het van ons overnemen, is ook de wind weer verdwenen en de motor moet weer aan. Dat zal vandaag niet meer veranderen. Om 08.00 uur komt Paul ons weer roepen, maar omdat Conny er ook uit is, kan ik blijven liggen en ik slaap in één keer door tot 11.00 uur. Ik ben heerlijk uitgeslapen, smeer voor iedereen boterhamen en zet een pot koffie. Het zonnetje schijnt heerlijk en het wordt een fantastische dag op het water, behalve dan dat er geen wind is. Ik krijg van Paul een speciale zitting uitgereikt. Dat is meer dan fantastisch. Deze geeft zoveel steun in mijn rug, dat ik de hele dag goed vol houd en veel minder last van mijn rug heb dan de dag ervoor. Deze ga ik zeker zelf ook aanschaffen om op Ricco’s boot te gebruiken.

De monding van de Thames is enorm groot. Als je om je heen kijkt, lijkt het alsof je je midden op zee bevindt, tegelijk vertelt de kaart je een heel ander verhaal en is het zaak om goed te navigeren om niet op een zandbank te stranden. We varen door prachtige namen als ‘East Swin of King’s Channel”,  “Barrow Deep” en “The Wap”. Tegen 18.00 uur gaan we bakboord uit, de River Medway op. En direct daarna nogmaals bakboord uit de ‘West Swole’ op, met het plan om in Queensborough aan de ankerboei te gaan en dan morgen in alle vroegte om 04.00 uur met de stroom mee de Thames op te varen.

1 mei 2012.

Als ik ’s morgens wakker wordt zijn we al een stuk de Thames opgevaren, dankzij Paul en Ricco die hebben aangeboden er samen vroeg uit te gaan, terwijl de rest van het gezelschap nog in diepe rust verkeert. De regen klettert op de Gannet en de mannen neer. Ik vraag of ik hen blij kan maken met iets te eten of te drinken. Maar de heren hebben voldoende voor elkaar gezorgd en omdat het buiten alles behalve uitnodigend is, duik ik opnieuw de kooi in en slaap nog een paar uur tot een uur of negen. Dan bevinden we ons inmiddels al in Londen. Paul’s berekening “half tien voor de Tower Bridge” blijkt aardig te kloppen.

Voor tienen liggen we voor de Towerbridge bij Katherine’s Dock. Ik weet nog dat we hier vijf jaar geleden liepen en ik me er toen al op verheugde om hier ooit in de haven te liggen. Nu is het al zover! We moeten nog enige tijd aan de ankerboei op de Thames wachten, voor we de haven binnen kunnen. We hebben een plekje gereserveerd, maar schijnbaar moet eerst nog iemand de haven verlaten, voor er plek voor ons beschikbaar is. Later blijkt dat de sluis voor deze haven in de hoofdstad van Engeland slechts enkele malen per dag draait. In elk geval een mooi plekje om foto’s te maken van de Towerbridge. De regen is inmiddels gestopt, het is alleen nog een beetje mistig. Dan horen we het verlossende woord “St. Katherine’s Dock for the Gannet”. We krijgen opdracht naar binnen te varen.

Met een dag Londen in het vooruitzicht gaan Eddy en Conny direkt op pad om Londen te verkennen. Paul en Ricco leggen zich eerst nog even te ruste en ik maak met Nanda een eerste rondje langs de Tower. Het is hier hartstikke druk en vol met fotograferende toeristen. We besluiten terug te gaan naar de Pinta om de heren te wekken met een pot koffie, maar daarvoor blijken we te laat te zijn; de mannen zitten al met een bak koffie in de kajuit. We lopen met z’n vieren een eind langs de Thames, steken een van de bruggen over een drinken een bak koffie bij Tate Modern. Wat me opvalt zijn de enorme hoeveelheid hardlopers, die zich tussen de toeristen door manouvreren. Daar tegenover ook de voor Londen typerende mannen in pak, compleet met aktetas, een telefoon aan het oor en een sigaret in de mond. Ik fotografeer van beide groepen een hele serie met het idee om ze straks tegenover elkaar te zetten. Het is fantastisch heerlijk weer. Lekker voorjaarszonnetje, aangename temperatuur. Langs de andere kant van de Thames lopen we terug richting de boot.

Terug bij de boot blijken ook Eddy en Conny weer terug te zijn. We besluiten te gaan eten in het India’s restaurant bij de haven waar we genieten van een fantastische Indiase maaltijd. Opnieuw terug bij de boot duurt het niet lang of iedereen ligt in diepe rust in zijn kooi.

2 mei 2012

Met een bak kant en klare koffie word ik de volgende ochtend mijn bed uitgelokt. Tijdens het ontbijt bespreken we diverse opties. De weersvooruitzichten zijn niet zo gunstig als we morgen vertrekken. We zullen dan weer zo’n beetje alles moeten motoren met de te verwachten noord tot noordoostenwind. Nanda oppert om vanavond alvast richting Queensborough te vertrekken. Paul berekent dat dat een goed idee is en informeert bij de sluiswachter of we vanavond rond een uur of negen door de sluis kunnen bij Katharine’s Dock. Dat blijkt onmogelijk. Óf we vertrekken deze ochtend nog, om 11 uur deze ochtend draait de sluis voor het laatst vandaag, óf we wachten tot morgenvroeg.

Voor- en nadelen tegen over elkaar afwegende besluiten we dan nu maar meteen te vertrekken. Londen nog een dagje verkennen weegt niet op tegen het risico om de hele terugweg op de motor te moeten varen. Als we de sluis door zijn, moeten we eerst de tank nog even vol gooien. We moeten eerst wachten op een Hollandse motorboot uit Roermond voor we aan de beurt zijn. Het zojuist deze week geïnstaleerde creditkaartapparaat van de benzinepomphouder functioneert nog niet naar behoren, dus het duurt minimaal een half uur voor de motorboot vertrekt en wij bij het tankstation aan kunnen leggen. Gelukkig kunnen wij wel contant betalen, dus dat gaat relatief snel. Hoewel het wel een hele administratieve rompslomp blijkt te zijn, voordat Paul uiteindelijk heeft afgerekend. Rond het middaguur kunnen we de Thames afdrijven richting zee. Ondanks de regenverwachting blijft het droog tot de monding van de Thames. Daar kan ook de motor weer uit en varen we eindelijk weer op de wind, als we Queensborough passeren.

Om acht uur begint het wachtje van Ricco en mij weer. Het is weer vier uur op en vier uur af. Maar voor het zo ver is, draait de motor al weer en als rond een uur of zes ook de wind plotseling nog draait, rest ons niets dan tegen de wind in te kachelen. We navigeren tussen de zandbanken door van boei tot boei. Als het gaat schemeren gaat de verlichting op de boeien aan, of wordt de verlichting zichtbaar, dat laat ik even in het midden. Ricco maakt Conny ondertussen wegwijs om te kunnen duiden wat je allemaal om je heen ziet; bijvoorbeeld hoe je de richting bepaalt van de boten die je om je heen ziet. Sturen op de verlichte boeien werkt haast hypnotiserend, starend naar het rode of witte knipperende lampjes, terwijl de regen en de wind in je gezicht striemen. Dan is het alweer droog. Om middernacht worden we afgewisseld door Eddy en Paul.

3 mei 2012.

We hebben nu vier uur de tijd om te slapen, maar hoewel we in de kooi liggen komt er van slapen niet veel terecht. De zee wordt steeds woester en alles klopt en klettert, bonkt en stoot.

Tegen vier uur pakken we ons weer goed in. Hemd, thermo-shirt, pulli met kol en lange mouwen, maillot, thermobroek, dikke sokken, broek, zeilbroek, fleesetrui met capuchon en zeiljack. Het is opgehouden met zachtjes regenen.

Ricco stuurt het eerste uur, tot hij het puntje in de kaart gaat zetten, dan neem ik het stuur over. Zonet, en ook straks in bed, dacht ik er nog over hoe leuk ik dit vind, ondanks al het afzien. Nu begin ik daar aan te twijfelen. Misschien komt het door die rotherrie van de motor. De wind en de regen slaan hard in mijn gezicht, althans dat stukje van mijn gezicht dat niet is afgedekt. Bij mijn outfit is een boerka immers niets. Over mij hoofd met pet, capuchon van mijn trui en de muts van mijn zeiljack. Neus en mond zijn eveneens achter mijn zeiljack verstopt.

De boot bonkt en botst door de golven, die zich al maar meer opbouwen. Daar komt weer zo’n roller, hotel de botel over het water. Hoger en hoger wordt íe totdat hij uiteindelijk in elkaar stort, ingehaald door een nieuwe golf, waarna het ritueel zich overal om mij heen blijft herhalen.

Het volgende uur neemt Ricco het roer weer over. Een stukje lukt het hem om met de stuurautomaat te sturen, maar die pret is al snel weer over.  Dan rest er ook voor hem niets dan ouderwets handstuurwerk.

Het laatste uur neem ik het stuur weer over. Na een half uur komt Paul z’n bed uit. We lopen op de motor, die met 2000 toeren draait. Tegen de wind in worden we hooguit 1 a 1,5 knoop per uur vooruit gestuwd. Paul had het al eerder geopperd, nu is hij er zeker van; we gaan niet door, we kiezen een andere koers en varen naar Woolverstone. Daar zijn we in een paar uurtjes. We rusten daar 24 uur en doen dan een nieuwe poging tot het maken van de oversteek. Ik stuur de nieuwe koers en de fok gaat er bij. Riccco gaat een half uurtje liggen en als hij om acht uur weer op twee benen staat, ga ik de kooi in en varen Ricco en Paul de boot richting haven. Ik val vrijwel onmiddellijk in slaap en wordt een uur of drie later wakker van het geluid van de motor die stationair gaat draaien. Ik kijk door het patrijspoortje en zie dat we al in de haven van Woolverstone liggen. Iedereen is wakker en zn kooi uitgekomen en we drinken onze aankomstborrel. Nanda bakt eieren met spek en met een gevulde maag duiken we opnieuw de kooi in. Ik slaap tot half vijf die midddag. Om acht uur ben ik aangekleed en hebben we de warme hap inmiddels ook achter de kiezen. We zijn klaar om de kroeg in te gaan. Want als je als zeiler hier in Wooverstone bent, dan móet je in Pin Mill geweest zijn. Dat is een paar kilometer door het bos lopen verderop. Daar is de kroeg Butt ad Oyster, beroemd bij zeilers uit Nederland die daar hun sterke verhalen vertellen over de door hen gemaakte oversteek. We lopen er via het modderige kustpad naar toe. Het is glibberen geblazen en zoeken naar een droog plekje voor elke stap die je zet. Maar het lopen door deze prachtige omgeving is beslist geen straf. Butt en Oyster is een gezellige kroeg, waar we gezellig genieten van een biertje, wijntje of cappaccino. We liggen na thuiskomt met de taxi vroeg in de kooi, omdat het de bedoeling is morgen rond een uur of 10 te vertrekken om de oversteek te maken.

4 mei 2012

Om tien uur maken we los van de wal. We varen de rivier af richting zee. Passeren de containeroverslag tegenover Harwich. Als we en uurtje de zee op zijn kan eindelijk die motor weer uit. We zeilen weer! Eindelijk is er voldoende wind. Genieten geblazen! Na 10 minuten hoor ik Nanda zeggen dat de motor zo weer aan moet, omdat we nog maar 4,9 knopen varen. ‘Daar zijn wij altijd dik tevreden mee” hoor ik Ricco zeggen. En ik kan het wel uitschreeuwen dat ik het daar heel erg ontzettend mee eens ben. Nanda vertelt dat ze veel meer last heeft van zeeziekte als we onder de vijf knopen door het water zeilen.

Dan ziet Paul op de Navtex een weersbericht dat twijfels bij hem oproept. Hij roept de kustwacht op en vraagt om een actueel weersbericht. Die krijgt hij binnen met de nodige windwaarschuwingen voor de Nederlandse kust. Nanda ziet de bui al hangen dat ze de hele oversteek veel last zal krijgen van zeeziekte en geeft duidelijk aan liever terug te keren naar Harwich om daar de ferry naar Hoek van Holland te nemen. Na een kort scheepsberaad maken we vervolgens rechtsomkeerd en koersen op Harwich aan. Ik heb een hele tijd nodig om de teleurstelling te verwerken dat we niet zelf de oversteek maken. Om half twee die middag liggen we aan de wal in Harwich. Ik kan het niet verkroppen.

Conny, Eddy, Paul en Nanda gaan op pad om te informeren naar de oversteekmogelijkheden met de ferry. Ricco  en ik blijven op de Gannet. Ik doe mijn best me neer te leggen bij het genomen besluit. Ricco staat me bij om het te relativeren. Maar leuk vind ik het nog steeds niet.  Paul besluit dat hij bij de Gannet achterblijft en wij zullen morgen met z’n vijven met de ferry naar Nederland reizen. Paul komt dan bij heel gunstig weer in de loop van de week alleen terug met de Gannet en als dat niet lukt, gaat Ricco volgend weekend terug om samen met Paul de oversteek te maken.

Nanda en ik verzorgen een maaltijd en na het eten ga ik samen met Ricco een rondje lopen in Harwich en veel foto’s maken. Het is maar een klein gebied, maar we zorgen er voor dat we elk straatje in gaan, zodat het toch nog een hele wandeling lijkt.

Als het gaat schemeren keren we terug bij de Pinta. Conny, Paul en ik spelen een drietal potjes Rummicub, waarna ik de kooi in duik.

5 mei 2012.

’s Morgens vroeg vertrekken we na een snel ontbijt naar de trein, die ons twee stationnetjes  verder bij de ferry van de Stenaline  brengt. Om kwart over 10 Nederlandse tijd vertrekken we uit Harwich. We zwaaien naar Paul, die op de steiger naast de Gannet staat te zwaaien. Onderweg op de ferry kunnen we internetten en computeren. Ik typ het  vakantieverhaal uit en tegen de tijd dat dat klaar is, is de Nederlandse kust al weer in zicht. Zo meteen met de trein van Hoek van Holland naar Lochem en dan is dit zeilavontuur al weer voorbij. Ik heb nu al weer heel veel zin in de volgende!