scilly’s deel 2

 

Wat vooraf ging: deel 1

Maandag 13 juli 2009. Eastbourn.

Heerlijk uitgeslapen tot een uur of elf. Daarna een lekker bakkie koffie in ’t zonnetje in de kuip. Korte-broeken-weer! De haven ligt in Souvereign Harbour, een compleet nieuwe wijk rondom de haven van Eastbourn. Qua bouwstijl is er gekozen voor een leuke opzet. Verschillende materiaal- en steensoorten zorgen voor een gezellige uitstraling van de huizen en andere gebouwen. Maar als we de wijk verder inlopen om boodschappen te halen blijkt dat de stijl van bouwen onvoldoende is om een wijk uitstraling te geven. De sfeer is een beetje verrommeld. Weinig groen in de vorm van bomen. Wel wat grasveldjes en men heeft met de aanplant van tropische planten een poging gedaan de boel wat op te peppen, echter in onze ogen zonder resultaat. Na de boodschappen melden we ons bij het havenkantoor en de rest van de middag duik ik in de kaart en probeer een zo nauwkeurig mogelijke planning te maken voor onze reis naar de Scilly’s. Ik zet de koer uit en noteer op welke punten we de stroom mee kunnen verwachten en wanneer de stroom tegen komt te staan. Als alles klaar is gaan we eerst eten en daarna ga ik het internet op om de nieuwste ‘gripfiles’ op te halen., Daarmee kun je de weers- en windverwachtingen van de komende 7 dagen achterhalen. Eerst stuur ik pa en ma nog een mailtje dat we van plan zijn om morgenochtend om 05.00 uur uit Eastbourn te vertrekken en dat we verwachten op donderdag aan het einde van de dag op de Scilly’s aan te komen. Dan bestudeer ik de gripfiles die ik heb gedownload. Die zien er gedurende onze reis hartstikke goed uit. Ik noteer wanneer we welke wind (koers en snelheid)kunnen verwachten. Als dat klaar is bekijk ik de gripfiles voor de dagen na onze verwachte aankomst. Ik klik op de vrijdag en onmiddellijk gaan alle alarmbellen rinkelen. Op vrijdag komt er een front over de Scilly’s met heel veel wind (40 knopen geven de gripfiles aan). “Ricco, kom eens even kijken, ik denk niet dat je hier vrolijk van wordt” zeg ik. In alle boekjes staat dat je met veel wind niet op de Scilly’s moet zijn, zeker niet wanneer je dat voor het eerst doet.
Je ligt daar namelijk niet aan een steiger, maar aan een mooring of voor anker. Dat betekent dat je alleen met je bijboot aan de wal kunt komen. En probeer maar eens met windkracht 8 naar de wal te roeien. Dat gaat dus niet lukken en betekent bovendien dat je dan niet anders kunt doen dan binnen in je boot zitten wachten tot de storm over is. Dat kan natuurlijk ook heel knus zijn, maar daarvoor hoef je niet naar de Scilly’s te varen!
Oké, we veranderen ons plan dan maar weer. We gaan aan het puzzelen en rekenen. Uiteindelijk komen we er op uit dat we morgen wel op de geplande tijd vertrekken, maar dan naar het eiland Wight gaan. Daar zijn we dan morgen (dinsdag) aan het einde van de dag. Ricco is er al een paar keer eerder geweest, maar voor mij is het nieuw. Volgens Ricco kun je daar mooie wandelingen maken, dus dat lijkt me een goed plan voor woensdag. Nu (22.30 uur) dus maar eerst snel het bed in, want morgen is het weer vroeg dag!

Dinsdag 14 juli 2009. Vertrek uit Eastbourn.

Vanmorgen viel het opstaan zwaar. Nog vijf minuutjes bleef ik liggen, nadat de wekker om 04.00 uur ging. Toen fullspeed er uit, kleren aan, boterhammen smeren voor onderweg. Ricco brengt ondertussen het afval nog even weg en om kwart over vier melden we via de VHF (marifoon) aan de sluiswachter dat we graag geschut willen worden. Dat kan direct, dus we maken ons los van de wal. In de sluis hebben we even rustig de tijd om onze koffie op te drinken en langzaam maar zeker begin ik echt wakker te worden. img661669360Het zeetje is glad vergeleken bij eergisteren. De kleine golfjes kabbelen rustig. In het begin krijgen we eerst nog twee regenbuitjes over ons heen. Er is aanzienlijk minder wind. Niet zo spectaculair, maar wel lekker ontspannend, zeker als om 11.00 uur de zon de overhand heeft gekregen en we een bijna helemaal strak blauwe lucht boven ons zien. Het is heerlijk warm, zelfs in een T-shirt met korte mouwen.

Na vier uur aan het roer te hebben gestaan, neemt Ricco om 16.00 uur het roer weer over en ik ga me weer met het navigeren bezig houden. We komen al aardig bij Wight in de buurt. Nog een half uurtje en we varen de Solent op, het water tussen Wight en het vaste land van Engeland. De weersberichten over de marifoon bevestigen de stormmelding van de gripfiles. Behalve dan dat de Engelse kustwacht de storm wat eerder verwacht dan vrijdag. We zijn gelukkig met ons besluit om de plannen te wijzigen.

Zodra we de Solent opvaren is de wind flink afgenomen. Ricco moppert over de lage snelheid. We varen nog geen 4 knopen per uur. Ricco gaat aan de slag met het finetunen van de zeilen om er nog een paar tienden knopen extra snelheid uit te persen. Ik vind het wel even relaxed. De boot vaart nu niet schuin, dus je kunt je ook buiten de kuip begeven en rustig naar de wc gaan en kofie zetten. Ik sta een tijd op de punt van de boot. Ik houd me met één hand vast aan de fokkemast en met de andere aan de preekstoel. Dat is echt heerlijk. Omdat je de boot zo niet ziet, lijkt het net alsof je op eigen kracht over het water zweeft.
Dan ga ik de kajuit in, zet water op voor koffie en ga naar de wc. Hoewel je nog wel goed op moet letten dat je je evenwicht niet verliest, is de operatie deze keer een makkie. Ik neem er dan ook rustig de tijd voor. Net als ik opsta van de pot, hoor ik de fluitketel schreeuwen. Ik weet niet hoe snel ik van het toilet, dat zich in de punt van het schip bevind, naar achteren moet komen. Met mijn broek op mijn knieën hol ik naar de kombuis. Ricco werpt een blik de kajuit in en zegt droog ‘Oh, je was weg!’ Ricco heeft natuurlijk dikke lol, terwijl ik alsnog mijn broek ophijs.
img661670299Dan lekker met het bakkie koffie in het zonnetje. We genieten er nog maar even van, want achter ons zien we een dreigende lucht op ons afkomen. Zullen we het droog houden tot onze bestemming?

Het is tien over negen in de avond wanneer we de haven van Yarmouth op Wight binnenlopen, na 30 mijl over de Solent te hebben gevaren. Met de stroom flink mee en het goed stellen van de zeilen door Ricco, ging dat als een speer.
Er is geen plekje meer aan de vaste steiger en we hebben weinig zin om aan een moorring te gaan liggen of aan een steiger in het water zonder verbinding met de wal. We zien wel een geschikte plek waarbij we naast een andere boot kunnen gaan liggen die aan de vaste steiger ligt. We varen er op af en de eigenaar komt naar buiten. We vragen of hij het goed vindt als we naast hem gaan liggen. Dat is het geval, dus we gooien onze lijntjes over. We liggen net vast, wanneer de havenmeester in een rubberen boot met buitenboordmotor langszij komt. Ze excuseert zich eerst dat ze ons niet heeft zien aankomen en vraagt vervolgens aan ons en onze nieuwe buren: “Are you friends?” Als we dat ontkennen, kijkt ze onze buurman indringend aan en zegt “Are you happy with this?”. “Yes, we are” zegt onze gastvrije buurman. De havenmeester zegt dat het in dat geval prima is als we hier blijven liggen. De buurman vertelt dat hij morgenochtend om 10.00 uur wil vertrekken, als het weer het tenminste toelaat. Als hij vertrekt, hebben wij een mooie plek aan de wal, maar ik zie het niet gebeuren dat het morgen goed weer is.

Woensdag 15 juli 2009. Yarmouth op Wight.

Ik word om kwart voor tien wakker, althans in Nederlandse tijd. Ik heb mijn horloge nog steeds niet op Engelse tijd gezet. Ricco wel. Volgens Ricco is het nu pas kwart voor negen. We zijn dus best op tijd opgestaan. Onder licht protest zet ik mijn horloge op de Engelse tijd. Ricco heeft eigenlijk wel gelijk dat het erg lastig is als we verschillende tijden hanteren. Zeker omdat we met de berekeningen voor de tochten die we maken de tijden toch al steeds moeten omrekenen. Alle tabellen zijn opgesteld in UTC (de vroegere Greenwichtime). Dat is één uur vroeger dat BTS (British Summer Time) en dat is weer één uur vroeger dan de Nederlandse tijd.

Vannacht is er een dikke windkracht 7 over ons heengetrokken. Niet dat ik daar iets van gemerkt heb. Ik ben overal door heen geslapen. Ricco is wel een aantal keren wakker geworden en heeft de boel in de gaten gehouden.
Eigenlijk zou je er nu op uit moeten om het eiland te bekijken, maar ik heb nog helemaal geen zin om naar buiten te gaan. Het is buiten weliswaar droog, maar het is zwaar bewolkt, met hier en daar een minimaal plekje blauwe lucht en het waait hard. Ik heb meer zin in lekker een dagje relaxed met een boek in de kajuit. Toch moeten we ook verder kijken en plannen maken voor het vervolg van onze reis. We moeten zondagavond in Plymouth zijn, want daar stappen Sem en Bart bij ons aan boord. Met de weersvoorspellingen in het achterhoofd zal dat nog een hele klus worden.
Plymouth is vanaf hier nog 120 mijl varen. Daar doen we ongeveer twee dagen en een nacht over. We pakken de gripfiles erbij en zien dan dat de wind in de loop van de dag af gaat nemen, maar dat we moeten zorgen dat we vrijdag middernacht weer binnen liggen. Dan gaat het opnieuw stormen. De hele zaterdag is er dan heel veel wind. We gaan rekenen. 120 mijl is 30 uren varen. Terugrekenend vanaf vrijdag 20.00 uur moeten we hier dan uiterlijk morgenmiddag (donderdag) wegwezen.

We downloaden de nieuwe gripfiles en maken een eerste grove planning. We komen er op uit dat het gunstig is om morgenmiddag om 16.00 uur te vertrekken. Dan zijn we grofweg op vrijdag om 22.00 uur in Plymouth. Nu we dat weten krijgen we ook weer zin om wat actiever te worden. Ricco bakt eieren met spek voor de lunch. Na de lunch gaan we de wal op. We moeten toch wat van het eiland gezien hebben, voor we hier weer vertrekken! Vanavond kunnen we dan wel de tijd nemen om onze planning te verfijnen.

Vanochtend kwam de havenmeester al langs om ons te zeggen dat we niet aan de vaste steiger mogen blijven liggen. We liggen namelijk nog langszij onze vriendelijke buurman, maar aan de vaste steiger mogen er eigenlijk geen meerdere boten aan elkaar liggen. Zodra er een plekje vrij is, moeten we aan de steiger die vrij in het water ligt. We hopen dat niemand vertrekt vandaag, in verband met de harde wind. In dat geval kunnen wij mooi aan de vaste steiger blijven liggen. Ik heb de afwas bijna klaar, als de havenmeester opnieuw langskomt om ons per direct naar de andere steiger te dirigeren. Dat is jammer, want als hij tien minuten later was gekomen, waren we al van boord geweest. Nu moet Ricco de opblaasboot gaan oppompen, zodat we daarmee naar de wal kunnen varen. Als de opblaasboot is volgepompt verleggen we de Pinta. Ricco roeit ons met de bijboot naar de vaste wal en we gaan ons liggeld voor twee nachten alvast betalen in het havenkantoor.img661672673 Daarna lopen we naar de Toerist Office om een routebeschrijving te halen van een wandeling die we morgen willen maken. Yarmouth is maar een heel klein dorpje. We lopen het dorp uit en zitten heerlijk op een terras in het zonnetje en kijken uit over de Solent. We lopen naar wat eens een toeristisch attractiepark was, maar wat er nu een beetje verlopen uitziet. img661675301Alles ziet er hier een beetje uit als vergane glorie. Slecht onderhouden omgeving, half vergane en verroeste boten en caravans in de achtertuinen, en steigers die er als een bouwval en onbruikbaar bijliggen.

We komen terug via de achterkant van de haven. Daar vandaan kun je de watertaxi nemen. We laten ons terugvaren naar de steiger waar we onze bijboot hadden achtergelaten. Als we daar aankomen is er in geen velden of wegen een bijboot te bekennen. Wat nu? Dan zie ik het bordje ‘verboden aan te leggen’. Dat lucht op, want dat kan betekenen dat het bootje niet gejat is, maar alleen is verlegd door de havenmeester. Dat blijkt het geval als we navraag doen bij de havenmeester. We lopen naar de plek waar de havenmeester de boot heeft neergelegd en Ricco roeit ons terug naar de Pinta. Ik wil de sleutel van de boot pakken uit de lierbak. De sleutel ligt onder in de smalle bak. Ik zie hem liggen, maar ik kan er niet bij. Mijn handen zijn niet smal genoeg om de sleutel uit de bak te vissen. Ik dacht zeker te weten dat Ricco de sleutel daar ook wel eens verstopte. Maar dat zal dan wel niet. Maar nu? Ik kijk naar Ricco. Ricco, die altijd voor alles een oplossing heeft. Ik maak me er dus niet eens zorgen om, hoewel ik weet dat zijn gereedschap binnen, in de afgesloten boot ligt. En om daar bij te komen, hebben we toch eerst de sleutel nodig om binnen te komen.
Ricco opent de bakskist om te kijken of er iets in zit wat van pas kan komen om het probleem op te lossen. Een dekzeil, een emmer, jerrycans met benzine en olie, meertouwen. Daar hebben we in dit geval niets aan. Dan vist Ricco een kistje op met de visspullen van Sem. Hij maakt twee haakjes aan elkaar en daarmee haalt hij de sleutel uit de lierbak. En zo heeft hij ‘t weer gefikst!

Na het eten gaan we de Genua vervangen voor de fok, want op weg naar Plymouth verwachten we nogal wisselende winden. De Genua is het voorzeil dat vooral geschikt is als er niet zoveel wind staat. We rollen de Genua uit, strijken hem, vouwen het zeil op en stoppen ‘m in zijn zak. Dan halen we de fok uit z’n foedraal en leggen hem uit aan boord. Ricco wil de hoek tussen het onderlijk en het achterlijk aan de onderkant van de mast vastmaken, als hij ziet dat het stiksel daar een heel eind heeft losgelaten. Zo kan het zeil de lucht niet in. De kans is veel te groot dat de hoek verder in zal scheuren. We slepen het zeil naar de kuip, waar Ricco start met de reparatiewerkzaamheden.

Donderdag 16 juli 2009. Yarmouth op Wight.
Om kwart voor acht zit ik deze ochtend achter de kaartentafel om de route naar Plymouth precies ut te zetten. Als ik de nieuwste gripfiles heb gedownload moeten we onze plannen  opnieuw wijzigen. Er komt vrijdag overdag veel wind. En op zichzelf is dat geen ramp, ware het niet dat de wind precies uit de richting komt die wij op moeten en ook nog eensop het moment dat we het tij tegen krijgen. Daar is niet tegen op te boksen.

Met zeilen moeten alle factoren kloppen. Verandert er één van de factoren, dan zit er niets anders op dan je plan daaraan aan te passen. Je moet wel heel flexibel zijn en je niet vast willen pinnen op een vast omlijnd doel. En als je niet flexibel bent, dan word je het vanzelf. Een keus heb je trouwens niet, of je moet verschrikkelijk gefrustreerd willen raken. En dat is een afrader, wanneer je het gezellig wilt houden.
Vrolijk beginnen we dus een alternatief plan uit te werken. Even overwegen we om direct te vertrekken. Het tij is inmiddels (10.00 uur) al bijna gekeerd en de stroom begint hier zo meteen tegen te staan. Onmiddellijk weggaan zou een optie zijn wanneer we hier niet nog het een en ander te doen hadden wat noodzakelijk is om te doen voor vertrek. En dat hebben we. Want we hebben geen water meer, dus er moet voor vertrek in elk geval water worden geladen. Bovendien brak er net een scharniertje af van het deksel van het trapbakje, juist toen Ricco daar zijn materiaal wilde opbergen dat hij had gebruikt bij het repareren van het zeil. We moeten dus naar de winkel om scharniertjes te halen. Plus een kaart van de omgeving van Weymouth, ons nieuwe reisdoel. We besluiten om wel de geplande wandeling te gaan maken op Wight en volgens planning met het volgende tij uit te varen. Dat is om 17.00 uur. Genoeg tijd dus om nog het een en ander te ondernemen.
We varen naar de steiger waar we water kunnen laden. Het is een vreemde steiger, want hij is niet recht, maar heeft een soort Z-vorm en is heel erg laag. Ricco ziet dat te laat en de boot loopt een flinke kras op. Na het waterladen varen we niet terug naar de losse, maar naar de vaste steiger. Daar hijsen we de fok op de rolmast en laten we de bijboot leeglopen. We lopen het dorp in. Opeens bedenken we ons dat we totaal vergeten zijn om te ontbijten. Een goede gelegenheid om een cafeetje binnen te lopen en een echt Engels ontbijt te verorberen. Sinaasappelsap, geroosterde boterhammen, bacon, gebakken eieren, marmelade en een grote bak koffie.
Gesterkt door deze flinke bodem in onze maag gaan we op pad. We halen de scharniertjes en de kaart en starten onze wandeling. Het eerste stuk is een vrij saai pad, alsmaar recht door tussen aan weerszijden lage bomen en struikgewas. Ik merk dat ik alleen maar kan denken over stroomschema’s, windrichtingen, koersen, getijden. Ik probeer mijn hoofd op wat anders te zetten. Langzaam krijg ik aandacht voor de omgeving. Opvallend zijn de vele bordjes die her en der staan en die vertellen wat er allemaal niet mag. Ze zeggen van Nederland dat er veel en veel te veel regeltjes zijn, maar de Engelsen kunnen er ook wat van!
img661678832We lopen de brug over de Yar over en vervolgen ons pad aan de andere kant van de rivier, weer in de richting van Yarmouth. We lopen nu over kronkelende paadjes en het wandelen is direct niet meer saai. Het is eigenlijk net als met het zeilen, het is nooit saai, omdat het zo onvoorspelbaar is. Je weet nooit wat je tegen komt na de volgende bocht.
Als we om kwart over twee terugkomen in de haven, spreekt de havenmeester ons er op aan dat we niet aan de vaste steiger mogen liggen. De regel is immers dat wie die dag vertrekt vóór 12.00 uur een plek moet zoeken aan de losse steiger. We starten het motortje weer en we verkassen opnieuw naar de andere steiger. Ricco zet een koers uit op de nieuw gekochte kaart. Om stipt vijf uur vertrekken we, met het prachtige weer dat we vandaag op Wight hadden. Windje achter, dus rustig voor de wind varend. We varen het laatste stukje Solent op en daarna het Needle Canal op, welke naar het Kanaal leidt. De wind is helemaal gaan liggen en we moeten de motor starten om vooruit te komen. We komen langs de Needles, een aantal puntige smalle rotsblokken in het water voor de kust van Wight. Ik probeer er foto’s van te maken, maar zodra je door je lens kijkt is het prachtige totaaloverzicht niet meer te vangen. Dan begint het een beetje te regenen, maar in de verte is de lucht al weer een stuk lichter. “Kijk Ricco, wat een prachtige regenboog”. De regenboog steekt met al haar kleurenpracht geweldig mooi af tegen de donkere lucht. Ik ben zó gefocust op wat ik zie, dat ik er door Ricco op gewezen moet worden dat ik slechts een stukje zie. Ik heb de regenboog nooit anders gezien dan als een kromme banaan die uit de grond lijkt te komen en boven in de lucht eindigt. Maar nu zien we de regenboog als een hele complete boog! Hij komt in het zuiden uit de zee omhoog, maakt een prachtige boog door de hemel en loopt via zijn andere poot in het oosten weer de zee in. Zoiets heb ik in mijn hele leven nog nooit gezien! Echt geweldig mooi om te zien. Zeker nu hij afsteekt tegen die donkere grijsblauwe lucht op de achtergrond.
Ondertussen zien we voor ons een nog veel donkerder, donkergrijze lucht op ons afkomen. Ricco kijkt er bezorgd naar en zegt: “Als ik nu op de Atlantische Oceaan zat zou ik een rif in het zeil zetten”. Even later voegt hij de daad bij het woord onder het mom van ‘als ‘t niet nodig blijkt te zijn, trekken we hem er zo weer uit’. Het lijkt in mijn ogen een beetje overdreven om bij 0 tot 3 knopen wind een rif te gaan zetten, maar Ricco legt uit dat er soms in die donkere laaghangende bewolking een hele berg wind kan zitten.
Dan klaart de lucht in de verte echt op. Het is net alsof we een tunnel uit varen als we zo langzamerhand onder de lage donkere bewolking uitvaren naar het licht. De golven lijken onder deze lucht en zonder wind net als van olie. Zwart en stroperig.
Als we onder de lage bewolking vandaan zijn zie ik de windmeter oplopen naar 6, 7, 8 knopen.  “Ik ga de fok uitrollen!” roep ik enthousiast. Ricco haalt ondertussen het rif weer uit het grootzeil. De pret is echter van uiterst korte duur. Het zeil klappert alleen maar van hot naar her. De wind is al weer gaan liggen. Ik rol de fok weer in en we varen weer op de motor. Om half tien is het eindelijk dan toch zover. De wind gaat waaien en de motor kan nu echt uit. We varen tussen de 6 en de 6,5 knoop per uur voor de wind en dat gaat een stuk sneller dan op de motor varen. We proberen ons ouwe trouwe motortje een beetje te sparen en trekken het gas niet verder los dan dat we 4,5 tot 5 knopen per uur varen.
Alles zit mee en om half één ‘s nachts varen we de haven van Weymouth binnen!

We varen de kade langs, op zoek naar een geschikte aanlegplek. Er zijn geen lege plekken meer beschikbaar. Overal langs de kade liggen vier of vijf boten aan elkaar gebonden. We varen de haven tot het einde door om een totaaloverzicht te krijgen. Ricco heeft aan het begin van de haven nog een gaatje gezien naast een drietal motorjachten. We keren om en varen terug naar het begin van de haven. Naast de drie motorjachten hangt een groot bord: ‘No mooring’; verboden aan te leggen. Even verderop ligt een rijtje met drie zeiljachten. De bemanning van het jacht dat buiten aan ligt is nog wakker. We vragen hen of het goed is dat we onze boot aan hun boot vast leggen. Dat vinden ze geen probleem, maar ze zeggen er wel bij dat ze de volgende ochtend om vijf uur willen vertrekken. Als we daar aanleggen moeten we er dus al weer idioot vroeg uit om de boot te verleggen. Dat vinden we geen goed idee. Even verder liggen vier boten naast elkaar aan de kade. Iedereen is daar in diepe rust. We leggen daarom zachtjes als vijfde boot aan. Alleen de eerste boot ligt vast aan de kade, de andere drie zitten alleen aan elkaar vast. Je ziet al dat het hele rijtje van vier aardig aan het schuiven is over het water. Daarom leggen we twee lange lijnen. Eén vanaf de voorkant en één vanaf de achterkant van de Pinta naar de kade. Dat gaat niet zomaar. Ik ga met de lange lijn die vanaf het achterschip loopt, richting de kade. Daarvoor moet ik over alle boten heen lopen en zorgen dat de lijn achter de schepen langs komt te liggen. Als ik na het geklauter, dat ook nog zachtjes moet gebeuren om niemand te wekken, met het lijntje aan de kade sta, sla ik hem om de kikker en trek de lijn zo strak mogelijk aan. Wonderlijk dat je met een relatief kleine krachtsinspanning vijf boten samen recht kunt trekken. Dat is met elkaar toch minimaal 30.000 kilogram! Ik voel me sterk! Als het eerste lijntje vast zit klauter ik weer terug naar de Pinta om de andere lijn op te halen. De operatie herhaalt zich nog een keer. Als ik de lijn vast heb gezet, gebaart Ricco heftig. Hij wil niet roepen, met al die boten met slapende mensen om zich heen, maar uit zijn opgewonden gebaren maak ik op dat hij iets heel bijzonders ziet en dat ik vooral ook moet kijken. Ik zie helemaal niets in de richting die hij wijst, namelijk het water in de richting van de haveningang. Wel hoor ik een enorm hard motorgeluid. Ik begin terug te klauteren over de schepen tot ik vrij zicht op het water heb. Dan zie ik het. Er komt een onvoorstelbaar groot ruimteschip de haven binnenvaren. Zo groot dat het de hele breedte van de haven nodig heeft. De riante zeiljachten die in de haven liggen, lijken plotseling kleine speelgoedbootjes. De motoren razen en het geluid resoneert tegen de huizen die aan weerskanten van de haven staan. Ik verwacht dat er elk moment een futuristische deur open zal gaan, waaruit in een verblindend licht vreemde wezens naar buiten zullen komen, die ons mee zullen nemen naar onbekende oorden in de ruimte. Het is een joekel van een catamaran. Hij staat zo hoog op het water, dat een behoorlijk motorjacht in staat moet zijn er onderdoor te varen. Langzaam komt het gevaarte onze kant uit. Tot het bij de kade van het overlaadstation komt. Daar legt hij aan.

We drinken buiten aan dek, zoals te doen gebruikelijk, onze aankomstborrel. Tot we het koud krijgen, dan gaan we naar binnen. Als we om half drie in ons bed liggen, staat die ufo verderop nog steeds volop herrie te maken.

Vrijdag 17 juli 2009.  Weymouth.

Na het ontbijt gaan we bekijken waar we terecht zijn gekomen. Bij daglicht ziet het stadje er gezellig uit. We lopen naar de voormalige brouwerij de is omgebouwd tot een winkelcentrum met allemaal kleine winkeltjes. Het stadsmuseum is er ook gevestigd en dat vereren we met een bezoek. We bestellen in een cafe-restaurant koffie, die zo verschrikkelijk smerig is, dat we ‘m laten staan. Een eindje verderop staat bij een cafeetje een bord buiten dat vermeldt dat men Italiaanse koffie serveert. Hier genieten we van een heerlijke bak koffie.

Ondertussen passeert de storm ons op afstand door het kanaal. In de baai bij Weymouth liggen we mooi beschut. Morgen moet de storm voorbij zijn. Dan willen we toch proberen naar Plymouth te varen, omdat Sem en Bart daar zondag aan het begin van de middag aankomen. De verwachting van de windrichting is ronduit slecht. We kunnen natuurlijk niet rechtstreeks in de richting varen waar de wind vandaan komt. Je kunt wel ongeveer 50 graden ten opzichte van de windrichting varen. Dus als je in de richting van de wind wilt, vaar je afwisselend eerst een tijd 50 graden hoger dan de wind en daarna weer een poos 50 graden lager dan de wind. Zo laveer je uiteindelijk via een flinke omweg toch naar de plaats van bestemming. Ricco zegt altijd dat ‘a gentleman never sails upwind’. Maar deze vakantie doen we bijna niet anders.

We lopen het centrum van Weymouth in, door de winkelstraat, langs de boulevard en het (lege) strand. Terug bij de boot begint Ricco, terwijl ik kook, met de reisvoorbereiding naar Plymouth. We moeten morgen om 06.00 uur vertrekken, dus we zetten de wekker op 05.00 uur.

Zaterdag 18 juli 2009. Vertrek uit Weymouth.

Met een slaperig hoofd wankel ik mijn bed uit. Normale tijd als je om 08.00 uur in Groningen wilt zijn, maar bezopen voor in de vakantie. Om 06.00 uur maken we eerst de lange lijnen los en daarna de andere lijntjes, waarmee we aan onze buren vastzitten. Als we de baai uitvaren kijk ik op mijn horloge. Kwart over vijf wijst mijn klokje aan. Ik mopper op ‘t ding en vraag aan Ricco hoe laat het is. “Kwart over zes” antwoord hij. Ik zet mijn horloge weer goed en denk er niet meer over na, totdat Ricco drie kwartier later zegt: “Hoe kan het nu pas 06.00 uur zijn?”” Ik kijk op mijn horloge. “Het is 07.00 uur, ik heb hem net gelijk gezet met jouw horloge”” reageer ik. “Dan moet ik toen verkeerd gekeken hebben”, zegt Ricco. We zijn dus achteraf bezien al om 04.00 uur uit bed gegaan. De telefoon van Ricco, die als wekker diende, geeft de Hollandse tijd nog aan.

Buiten de haven gaan de zeilen omhoog en gaat de motor uit. Ik stuur op het kompas,maar ik brouw er helemaal niks van. Ik duw de helmstok telkens in de verkeerde richting. Dit is heel slecht voor mijn zelfvertrouwen. Denk je dat het een beetje in de vingers krijgt en dan dit. Ik concentreer me zo goed als het kan met mijn duffe hoofd en dan lukt het om de draad weer op te pikken.
We zien de zon opkomen, er zijn amper wolken in de lucht. Dit lijkt een fantastische dag te worden! Dan begint de lucht langzaam dicht te trekken. Tegen de middag begint het te regenen. We zijn nat en koud. Zo is er echt helemaal geen bal aan. Dan begint ook de wind nog eens weg te vallen en we komen amper meer vooruit. Ricco haalt het rif uit het grootzeil. Vanmorgen was die met tussen de 15 en 20 knopen wind noodzakelijk, nu kunnen we wel wat meer zeiloppervlak gebruiken. Het helpt heel even, dan valt de wind helemaal weg. Er zit niets anders op dan de motor aan te zetten. Enige voordeel is dat we nu niet hoeven te laveren, maar rechtstreeks op ons doel af kunnen koersen.

Om ons heen is alles grijs. De lucht, de zee. En verder is er niets dan het geraas van de motor. Om ons zelf te troosten ga ik eieren bakken en een soepje maken. Als we dat aan het opeten zijn kan ik al weer relativeren. Dit is de eerste echte regenbui die we deze vakantie gehad hebben. Maar echt vrolijker word ik er niet op. De hele middag blijft het grijs en druilerig en zonder wind. Alweer stilte voor de storm? Dan verschijnt er even na vijven een minuscuul klein stukje blauw aan de lucht. De lucht wordt op sommige plekken wat dunner en je voelt hoe de zon haar best doet om er met haar stralen doorheen te boren. Er is nu ook weer voor het eerst sinds uren in de verte land in zicht. De lucht krijgt weer meer kleurschakeringen en het grijs moet daarvoor steeds meer het veld ruimen. Aan de horizon tekenen zich laaghangende, grijs met wit omrande wolken af. Het egale grijs wordt langzaam aan omgetoverd in heel veel verschillende soorten grijs en in combinatie met het wit en een klein beetje blauw ziet het er ineens prachtig uit. Het water kleurt zilver door het gefilterde zonlicht. De omgeving is in een tijd van tien minuten veranderd van zwaar depressief in behoorlijk hoopgevend.
Als we een uurtje later de bami op hebben, is alles echter al weer grijs en zit er weer regen in de lucht. Ik ben het spuugzat en ga een paar uurtjes slapen.

Het is al bijna middernacht wanneer Ricco mij roept. We naderen de haven van Plymouth en dan is het goed om met vier ogen te kijken. Bij nacht een haven aanvaren is best lastig en ingewikkeld. Je moet varen op de lampjes op de boeien. Maar overal zie je gele, groene en rode lampjes, en het is een heel gepuzzel om die lichtjes er uit te pikken die je nodig hebt. Je kunt amper inschatten hoe ver je nog verwijderd bent van een lichtje. Je moet strak navigeren en telkens op de kaart controleren waar je bent en welke koers je moet varen.

Om half één liggen we in de haven. Ik voel me niet erg lekker. Koppijn en een beetje misselijk. Terwijl ik toch al uren heb geslapen! Hoewel het niet leuk is om uren op de motor te varen, ben ik toch blij dat we daardoor veel en veel eerder in de haven aan zijn gekomen dan gepland.

Het vervolg: deel 3