Zeilen op de wind van vandaag, deel 2

Wat vooraf ging

Vervolg zondag 14 juli 2013

Vanaf Katwijk keert de stroom zich tegen ons. De wind draait en neemt af. Tergend langzaam komt Scheveningen dichterbij. We lopen tussen de anderhalve knoop en twee knopen. Maar echt vervelend is het niet. Alles behalve spectaculair natuurlijk, maar je kunt zo wel heel gemakkelijk koken en het is heerlijk genieten in het zonnetje. Na het eten moet we nog vier mijl tot Scheveningen. Met deze snelheid doen we daar meer dan twee uur over. We besluiten om na de afwas de motor er maar even bij te zetten, dan zijn we er in een uurtje. Maar eerst dreigt nu een gijp, dus we zetten de zeilen om. Het grootzeil gaat naar bakboord en de Genua met de boom naar stuurboord. Als de afwas is gedaan, is de snelheid er echt helemaal uit. “Zal ik de motor starten Ricco?’ “Nee, nee, want eerst moet die boom er nog uit” antwoord Ricco. Niet te geloven, dan hadden we toch voor de afwas die boom beter niet om kunnen zetten, maar direct eruit kunnen halen? Vraag ik me hardop af. “We zouden toch ná de afwas de motor starten” reageert Ricco. Dit is van het soort logica waar ik helemaal niets van begrijp. Maar goed, aan het werk. Ricco naar voren om de boom uit de mast te tillen, ik in de kuip om de schoten te laten vieren en weer aan te trekken. Dan start  Ricco de motor en we laten de zeilen zakken. Als dat net klaar is, belt mijn schoondochter Tanja of we al in de buurt van Scheveningen zijn, zodat ze even bij ons langs kan komen om wat te drinken. We schatten in dat het nog ongeveer een uur duurt. De Scheveningse Pier ligt er vervallen bij. Zou die nou al verkocht zijn? Wie zou daar nou heil in zien om er in te investeren? Met de aankoop alleen ben je er nog lang niet, om de Pier haar verloren gegane allure terug te geven zul je een duidelijke visie en een goed plan moeten hebben.

Als we voor het Kurhaus langs varen, belt Tanje opnieuw. Nog een half uurtje voor we in de haven liggen. Als we de haven binnen varen staat Tanja ons, met de fiets in de hand, al op te wachten. De havenmeester leidt ons in zijn rubberboot naar een plekje in de haven. Als we daar vastliggen komt Tanja aanfietsen. De rest van de avond genieten we van Tanja’s gezelschap.

Tanja ontvangst

Tegen middernacht, ik lig al in de kooi, zegt Ricco vanuit de kajuit: “Wat dacht je er van om morgen gewoon te gaan en bij windstilte aan de kust te ankeren?” Goed idee! Morgen dat idee maar eens nader beschouwen.

 

Maandag 15 juli.

Na heerlijk uitgeslapen te hebben worden we wakker met een zonnetje. Met een bak koffie bekijken we de laatste windverwachtingen. Vandaag nog een ietsje pietsje wind, maar vanaf het begin van de avond is het windstil tot en met woensdagochtend. Dan steekt er weer een licht briesje op, dat langzaam toeneemt en een aantal dagen aanhoudt in zuidwestelijke richting. Een noordoosten wind dus. We besluiten dat af te wachten en ons vandaag en morgen in deze omgeving te vermaken. Als we woensdag tussen de middag vertrekken, kunnen we waarschijnlijk een aantal dagen doorvaren en een heel eind zuid komen. Dat is het plan dat staat.

Het dreigt een heerlijke niks-doen-dag te worden. Ik doe de rok zover mogelijk omhoog, om de zon vrij spel te geven om mijn benen te bruinen. Dan stroop ik ook de korte mouwtjes van mijn jurkje zo hoog mogelijk op. “Misschien kun je beter je bikini aantrekken” zegt Ricco. Het is even stil en dan vervolgt hij droog met zijn beste stalen gezicht met “Als je tenminste het luciferdoosje kunt vinden, waar hij in zit”. Ik barst in lachen uit en dan kan ook Ricco zijn grijs niet meer verbergen.

Nadat we een paar uurtjes de kade op zijn geweest om een paar boodschapjes te doen en een haring of een ijsje te eten, laten we aan het eind van de middag het ‘campinggevoel’ over ons heen komen. Wat op een camping het leedvermaak is wanneer nieuwkomers met veel geklungel, gestuntel en geworstel met tentstokken en zeil aan de slag gaan, is in de haven de aankomst van de nieuwe bootjes, aan het einde van de middag. De havenmeester van vandaag is een arrogant en onvriendelijk stuk vreten, die mensen naar de verkeerde plek dirigeert en zich even later, tegen de tijd dat de mensen net met veel moeite hebben aangelegd, bedenkt dat het toch niet zo’n goed plan was en de mensen alsnog naar een andere plek verwijst. Terwijl de vrouw van de schipper nog zei “kan er zo nog wel iemand door?” en de havenmeester die vraag totaal negeerde. “Hij is de baas” excuseert de schipper zich als hij moet aanleggen aan een veel kleiner schip dan hijzelf onder de kont heeft. Een paar minuten later komt de havenmeester terug. Hij wijst en gebaart waarheen het schip moet verleggen. De touwtjes worden weer losgemaakt. De schipper zet zijn boot in zijn achteruit en schuift, zonder dat hij hem één blik waardig keurt, het rubberbootje van de arrogante bal opzij. De havenmeester kiest, met zijn ene hand aan het stuur en zijn andere interessant doenerig met zijn telefoon aan zijn oor, het hazenpad om andere nieuwkomers aan het begin van de haven op te vangen.

De telefoon gaat. Mijn broer Jan Willem is klaar met zijn werk in Den Haag en wil even een kijkje komen nemen aan boord. Gezellig!

P1270509a Tien minuten later is hij gearriveerd. Terwijl de mannen van hun biertje genieten, bereid ik het diner. We eten samen en praten daarna weer gezellig bij. Als Jan Willem is vertrokken gaan we het eerste deel van ons reisverslag op de website zetten. Dat valt nog niet mee, want voor de internetverbinding die we hier van de haven krijgen aangeboden, moet je je om de twintig minuten opnieuw aanmelden. Als je intussen dan net aan het uploaden bent, wordt de actie halverwege afgebroken en zo kan het gebeuren dat het totale menu van de website is verdwenen. Met kunst en vliegwerk krijgt Ricco het uiteindelijk allemaal toch weer in orde.

Ik google nog even naar wat er allemaal te doen is in Scheveningen. Conclusie is dat we ons morgen prima kunnen vermaken.

Ik lees het verhaal van onze vorige reis nog even door en de herinneringen aan wat er die eerste dagen allemaal mis ging komt weer helemaal terug. Wat hebben we dit jaar tot nu toe een voorspoedige reis!

Ondertussen is het al weer één uur geworden. Tijd om naar bed te gaan!

 

Dinsdag 16 juni 2013.

Eén van de heerlijke dingen van vakantie is, dat je de mogelijkheid hebt om te slapen tot je wakker wordt. Ook al is het al bijna 10.00 uur en ben je van alles van plan die dag. Aan het begin van de vakantie staat mijn innerlijke klok nog niet helemaal uit, maar geen probleem om je nog eens om te draaien en opnieuw in slaap te vallen. En dan rustig opstaan en allerlei klungeldingetjes doen als krant lezen en facebooken met tussendoor de nuttige zaken als ontbijten en koffiedrinken.

Tegen half twaalf zijn we dan eindelijk zover dat we kunnen vertrekken om Scheveningen nader te beschouwen.

We starten met een bezoek aan de galerie naast het havenkantoor ‘Gallery Sophie Maree’. De fotografische werken hebben mijn bijzondere interesse. De tentoonstelling verbeeld het thema ‘the perception of beauty’. Van een aantal supergrofkorrelige  foto’s wordt ik helemaal duizelig. Mijn ogen doen hun uiterste best om scherp te stellen, wat uiteraard een actie is die geen enkel resultaat oplevert. Onder de indruk ben ik van een foto uit een andere serie. Het gezicht van het meisje gaat schuil achter een driehoekige voile. De foto wekt echter de suggestie dat geen enkel detail van haar gezicht aan het oog wordt onttrokken.

voile

We lopen om de haven heen naar het oude Scheveningen. De boeg van een boot is volgehangen met een dubbele rij autobanden, die dienst doen als stootwillen. Dat lijkt Ricco ook wel wat voor de Shpountz, die hij aan het bouwen is. ‘Maar dan wel met drie rijen dik’ grapt hij daarbij.

Even verder ligt een boot die reclame maakt voor uitstapjes op zee; sportvissen, rondvaarten en zeebegrafenissen. Voor elk wat wils dus.

Als we bij het hoofd van de haven zijn aangekomen, lopen we rechtdoor richting het politiebureau annex brandweerkazerne aan het Schippersplein. Jammer dat het hier zo slecht wordt bijgehouden. Van zo’n pleintje valt veel meer te maken. We slaan rechtsaf, in welke straat een aantal gebouwen zijn versierd met in tegels gebakken tekeningen van bootjes en vissen. Dan gaan we op zoek naar de Neptunusstraat, waar het Muzee is te vinden dat we willen bezoeken.

Het blijkt te zijn gevestigd in een oud schoolgebouw, waarvan de sfeer goed bewaard is gebleven, getuige het jeugdsentiment dat bij ons beide de kop op steekt. Zelfs de toiletten zijn in stijl gebleven in die zin dat in plaats van de  H voor heren en de D voor dames het verschil in sekse hier wordt aangegeven met de J van jongens en de M van meisjes.

Het Muzee pretendeert dat je daar alles te weten komt over het leven aan, op en in de zee. Het museum, dat hoofdzakelijk wordt gerund door vrijwilligers, maakt deze verwachtingen volkomen waar. We kopen een toegangskaartje en starten met een bak koffie, te verkrijgen in een voormalig klaslokaal dat is omgetoverd tot een bruine kroeg. We nemen onze koffie mee naar het terras buiten en nestelen ons tussen de ouderen, compleet uitgerust met rolstoelen en rollators, die van een dagje uit genieten.

Buiten staat een hijsinstallatie, waarbij je het nut van hijsblokken kunt ervaren. Drie blokken van 22 kg staan er opgesteld. Met de eerste constructie blijft de 22 kg bij het optillen voelen als 22 kg en Ricco moet zich inspannen om het blok naar boven te hijsen. Met 3 schijven over 2 blokken voelt de 22 kg aan de tweede lijn als 7 kg. De derde lijn, met vier schijven over 2 blokken voelt het 23 kg zware blok alsof je slechts 5,5 kg omhoog tilt.

blokken en takels

In de stijlkamers wordt het vroegere leven in Scheveningen prachtig verbeeld. Woninginrichting, klaslokaal, winkeltje en speciale aandacht voor de eind 18de eeuw in Scheveningen geboren vijfling. In die tijd zeer bijzonder. De vijf meisjes zijn dan ook maar één dag oud geworden.

vijfling on display

In een ruimte verderop is de wat recentere geschiedenis van Scheveningen in beeld gebracht. Ik ontdek daar dat de huidige Pier van Scheveningen hier de ‘nieuwe Pier’ wordt genoemd. Hij ligt er pas vanaf 1961. De oorspronkelijke Pier heeft tot 1943 precies voor het Kurhaus gelegen.

Met ontzettend veel plezier bekijken we het promotiefilmpje van de vernieuwde boulevard, waarbij de sprookjesbeelden die daar te zien zijn, in een animatie tot leven komen. Prachtig gemaakt!

beeld

De volgende tentoonstelling taat over het dierenleven in zee, waarbij ik ook nog een heel aantal nieuwe feiten leer. Dan naar boven, waar tientallen terraria staan opgesteld met grote harige spinnen en met schorpioenen. Maar echt levendig zijn de beestjes niet. De meeste liggen roerloos in een hoekje.

spin

Na nog een kopje koffie vertrekken we weer naar buiten, richting de Boulevard. Daar genieten we enorm van de prachtige beeldengroep die hoort bij het museum  Beelden aan Zee, en waarmee tientallen sprookjes worden verbeeld. We lopen verder over de Boulevard, eten een portie kibbeling en genieten op het terras van het Kurhaus van een drankje.

the ladies op terras KurhausIk vang flarden van gesprekken op. Twee Haagse dames op leeftijd kakelen samen naar hartelust. “Omdat zij een bijzonder charmante uitstraling heeft, past het allemaal wel begrijp je” en “ik heb maar mondwater genomen, want ik zat niet lekker in mijn vel” zijn zinnen die mijn aandacht trekken en mijn fantasie op gang brengen. Vervolgens een uitgebreid betoog over mondhygiënistes, tandartsen, zorgverzekering en met de precisiering van alle kosten. Er liggen op de derde stoel twee tasjes, een witte en een zilverkleurige. Het is niet moeilijk om te raden welk handtasje bij welke dame hoort. De ene dame draagt witte schoentjes, de andere dame, van het mondwater, heeft zilveren instappertjes. Als de dames willen afrekenen wordt ik bevestigd in mijn redenatie. De dame met de witte schoentjes pakt het witte tasje.

Aan het tafeltje daarnaast een dame alleen, die een document aan het bestuderen is. Ze leest, kijkt nadenkend rond, leest weer een stukje, maakt af en toe aantekeningen met een potlood en leest weer verder. Haar leeftijd klopt niet met een werkend bestaan, terwijl het tafereeltje dat wel suggereert. Dit soort situaties maken mij erg nieuwsgierig.

We betalen onze drankjes en lopen een stukje terug en volgen de Boulevard tot we weer in de buurt van de haven zijn.

haringRicco stelt voor dat hij vanavond kookt, hetgeen ik natuurlijk niet afsla. Net als we het eten op hebben belt Tanja. “Hebben jullie al gegeten?” Ja, dat hebben we dus. Tanja vraagt of zij en Jacob bij ons kunnen eten. Zij is nog op haar werk en als ze eerst nog naar huis moet om te koken, wordt het zo laat en ze willen ons vanavond nog bezoeken. Geen probleem natuurlijk. Ik werk de afwas weg en terwijl ik de groenten sta te snijden bedenk ik me dat er in de opvoeding toch iets mis is gegaan. Kan die zoon van mij niet zorgen dat het eten op tafel staat als zijn vrouw laat uit het werk thuiskomt? Dan gaat de telefoon opnieuw. Tanja vertelt dat ze Jacob niet helemaal goed begrepen heeft, hij had haar voorgesteld om ons te bellen om met ons uit eten te gaan. Omdat wij onze buik al vol hebben, stel ik voor dat ze toch maar hier aan boord komen eten. Zo gezegd, zo gedaan. De derde avond achtereen familiebezoek. Dat overkomt ons thuis zelfs nooit, laat staan tijdens een vakantie. Ik geniet er met volle teugen van.

Als Jacob en Tanja weer naar huis zijn, werk ik nog een poosje aan ons reisverslag. En dan is het slapen geblazen, want morgen willen we vertrekken en een aantal dagen achter elkaar doorvaren, zodat we een eind zuidelijker uitkomen.

Vervolg deel 3