Margit

De kennismaking. 

In december 2005 struinde ik het internet af, op zoek naar een nieuwe liefde. Daarbij ontdekte ik een zeiler met grootse plannen; een wereldreis. Hij maakte onmiddellijk duidelijk dat wanneer je geen intenties had deze plannen met hem mee te beleven, het totaal zinloos was om op zijn uitnodiging te reageren.

Dat idee van hem sloot wel aan bij wat ik zelf als ‘toekomstplan’ had geformuleerd. Ik wilde meer van de wereld zien. Nu mijn kinderen juist de deur uit waren ging dat weer meer tot de mogelijkheden behoren. Het idee om dat per zeilboot te doen, was nog niet eerder bij me opgekomen, maar ik had inmiddels wel ontdekt dat ik zeilen leuk vond. Een aantal jaren daarvoor al had ik kennis gemaakt met het kajuitzeilen. In die tijd genoot ik daar slechts van als ‘boegbeeld’. Ik dacht niet dat zeilen iets was dat ik ooit zou kunnen leren. Een zeiler zou ik mezelf op dat moment dus absoluut niet hebben durven noemen, maar ik had door recentere ervaringen wel ontdekt dat ik het leuk vond om actief mee te doen en ik was zeker niet vies van het idee om beter te leren zeilen.

En ja, al met al bleek dit een match te zijn. Het eerste half jaar werd door Ricco nog wel beschouwd als een soort van ‘proefperiode’. Maar nadat ik die zomer vier weken lang met hem meezeilde op zijn ‘Pinta’, bleek hij overtuigd van mijn goede intenties. En ik baalde dat die vier weken zo verschrikkelijk snel voorbij waren gegaan!

Botenbouwer. Voorjaar 2006.

Dat Ricco handig was met boten, ontdekte ik ook al snel. Kort nadat ik Ricco had leren kennen, nam hij mij mee naar de loods, waarin de ‘Pinta’ lag voor de winterreparaties. En dat pakte Ricco heel serieus aan. Toen ik via het laddertje op het dek klom, bleek dat zo’n beetje de hele achterkant er af was gezaagd. Ik kreeg meteen zo’n mijn-man-is-klusser-gevoel. Of dat ooit nog goed zou komen?

Maar inderdaad, tegen de tijd dat het voorjaar aanbrak, werd de boot te water gelaten. Het werk was af en: de boot bleef drijven! Dat laatste durfde ik pas te geloven, nadat ik het met eigen ogen had gezien.

De Shpountz. Voorjaar 2007

Tijdens onze eerste gezamenlijk zeereis ervoeren wij de Pinta als groot genoeg voor een vakantie, ook één van vier weken. Maar een iets groter model zou voor een mogelijk meerjarige wereldreis wel comfortabel zijn. Toen Ricco, al surfend over het net, in het najaar van 2006 een in aanbouw zijnde boot vond, bood dat perspectief. En ook nog het model van een boot, waarvan Ricco al jaren droomde om die ooit nog eens zelf te bouwen. Een ‘Shpountz 38-40’. We vertrokken naar België, om behalve de boot waarvan de basis voor de bouw was gelegd, ook nog enkele boten van hetzelfde type te bekijken die al  zeilervaring hadden.

Het was direct duidelijk; Ricco was verliefd op de Shpountz. Maar de keuze om deze boot al dan niet aan te schaffen had nogal wat consequenties. Bijvoorbeeld dat de geplande aanvang van de wereldreis in 2011 met minstens een aantal jaren zou moeten worden uitgesteld. Zo snel zou de boot niet afgebouwd kunnen worden. We maakten een bouwplan om een inschatting te maken hoeveel tijd het zou kosten de boot af te bouwen, wanneer Ricco daar elke week 20 uur in zou steken. We kwamen uit op een grove inschatting van zo’n vijf jaren. Maar ja, als het maken van een wereldreis met je zelf gebouwde boot altijd je droom is geweest en je hebt nu de kans om die droom helemaal te realiseren, dan moet je dat doen, vond ik. En zo gebeurde het dat we de boot in het voorjaar 2007 naar Nederland konden laten  vervoeren, waarna het bouwen kon beginnen. Ik maakte Ricco wel meteen duidelijk dat hij bij het bouwen zelf niet op mij kon rekenen. Ik heb nu eenmaal twee linkerhanden.

Ik probeer op mijn manier een bijdrage te leveren. Wat ik kan doen is support geven aan Ricco. Een stukje van mijn bijdrage is dat Ricco veel minder vaak thuis is. Ik denk met hem mee en probeer dingen uit te zoeken als reisvoorbereiding. Ik heb de zeil-weercursus gevolgd en oefen trouw elke week door de weerberichtjes van METEO-consult te volgen. Dit soort dingen kost mij veel meer moeite dan het Ricco kost. Voor mij is het ondertussen nodig om heel veel zeilervaring op te doen en het zo stukje bij beetje te leren. Langzamerhand krijg ik ’t door!

Inmiddels is gebleken wat een enorme doorzetter Ricco is. Consequent werkt hij gemiddeld 20 uur per week aan de boot. Door de week vier avonden en meestal vier dagdelen in het weekend. En je ziet de Shpountz groeien!

Inmiddels heb ik een aantal zeezeilcursussen gevolgd en natuurlijk samen met Ricco ervaring opgedaan met het zeilen gedurende onze zeezeilreizen. Elke zomer proberen we daar zo’n vier weken voor uit te trekken. Ik moet nog steeds heel veel leren, maar zo langzamerhand kan ik steeds meer zelf doen en bovenal is het voor mij ontzettend genieten! Mijn vorderingen worden zichtbaar in de reisverslagen die ik maak van onze reizen op De Pinta. De verslagen zijn op deze website gepubliceerd onder ‘reisverslagen’.